Het was druk op de markt. Cora slenterde tussen de mensen door met haar blik op de kraampjes. Haar kleding stelde niet veel voor; een verwassen hemd met een scheur in de zij en een broek die op de knie kapot was. Het was het eerste wat ze zo snel te pakken had gekregen. Ze liep met haar handen in de zakken van haar broek en baalde dat ze geen geld mee had genomen, of beter gezegd, vergeten was mee te nemen. Ergens was het misschien ook maar goed. De kraampjes waren te uitnodigend en ze zou toch alleen maar weer dingen kopen die ze niet nodig had. Goed, de stenen die ze spaarde had ze ook niet echt nodig, maar dat was weer een heel ander verhaal.
Haar kleren waren niet het enige wat er haar vandaag behoorlijk armoedig uit deed zien; het feit dat ze de hele ochtend in de tuin bezig was geweest en dus de nodige vegen aarde en schrammen op haar armen en handen had maakte van haar ook niet een erg extravagante verschijning.
Haar blik viel op een vrouw die puur opviel omdat haar haar net zo fel van kleur was als dat van Cora. Bijna had deze haar dan ook gegroet, puur daarom, maar de vrouw had iets wat haar tegenhield. Misschien waren het haar chique, rijkelijk versierde kleren of haar opgestoken haar en afstandelijke, verveelde expressie, maar iets weerhield Cora ervan er amicaal op af te stappen. Echter, voor ze met haar ogen kon knipperen, stapte een jongen op de vrouw af. Deze ontging wat er gebeurde nadat de jongen tegen haar opgebotst was, omdat ze vooral tijd had voor haar eigen verontwaardiging, maar Cora zag het. Ze onderdrukte een kleine grijns. Ordinair jatten. Daar had ze zich destijds ook wel schuldig aan gemaakt, al was het vooral bravoure geweest gemixt met de hang naar actie en avontuur.
Echter, kort nadat de jongen weer de massa in was verdwenen begon de vrouw door te krijgen dat ze iets miste en slaakte een kreet.
"Houdt de dief!" klonk haar harde, ietwat schelle stem, die in drie woorden even de hele markt stil kreeg. Een stem als een misthoorn, maar de ogen van een mol, dacht Cora. Er ontstond gedrang. Uit nieuwsgierigheid ging Cora achter de jongen aan. Nou ja, de richting waarin ze hem had zien verdwijnen in ieder geval. Dit rook naar een goed oud avontuur en oude gewoontes raakte je zelden echt kwijt.
Echter, de jongen was goed, want ze zag hem aanvankelijk nergens meer. Tot ze iemand gehaast zag lopen. Casual, nog steeds met haar handen in haar zakken kwam ze naast hem lopen.
"Deed je netjes," zei ze nonchalant.