Joe werd wakker na een dag reizen met het voor hem niet anders gewende luchtschip van zijn adoptiemoeder en keek gelijk uit het raampje van zijn eigen cabine in het kapiteinshuis. En hoe kon hij het raden, ze waren gestopt bij Morristown. Blij genoeg kleedde hij zich om en ging naar buiten, want hij bleek net voor het avondeten pas wakker geworden te zijn, omdat hij gister heel lang had opgebleven. Hij liep naar het knusse dek en hij viel gelijk wat op, iedereen was al van het schip af en de vrouwen waren in een hevige discussie voor het schip bezig. Hij leek langzaam te begrijpen dat het ging over de ruzie van wie de overgebleven duif van het kapiteinsmaal heeft gestolen uit het huis van de kapitein. Hij zuchte diep in zichzelf, omdat dit misschien wel de 4e keer is dat dat word gedaan in een maand tijd. Hij zat rustig naar het gesprek te kijken tot hij opeens een lief aardig meisje zag rondlopen, die hij schatte rond de 3 jaar. Veel zag hij niet van haar omdat ze bijna helemaal bedekt was. . 'Hoi, ik ben Rosemary.' kwam er uit de witte mantel tevoorschijn. Joe luisterde toen pas duidelijk naar haar en reageerde 'Hoi Rosemary, ik ben Joe. Joe McCarter. Leuk je te ontmoeten Rose, als ik je zo mag noemen?'. Hij glimde naar het meisje en keek haar lief en vertrouwhaar aan, want ja zo is Joe eenmaal. Hij stak zijn toch wat grotere handje uit en wachtte tot ze hem een hand gaf, wat hij van zijn adoptiemoeder had geleerd. 'Wat doe je eigenlijk hier zo alleen? Ik dacht dat ik de jongste was op mijn moeders luchtschip? Of was je hier gewoon om te kijken?' zei hij nog snel.